Hoe kunnen leerkrachten effectief evalueren?
We vatten effectieve evaluatie op als een combinatie van evaluatie VAN het leren (summatieve evaluatie), evaluatie OM te leren (formatieve evaluatie) en evaluatie ALS leren (assessment), met een rol voor feedback en zelfregulatie, om het leerproces van leerlingen te optimaliseren en tot meer leerwinst te leiden.
Ysenbaert et al. (2017) maken een onderscheid tussen drie modellen van evaluatiepraktijk die vandaag door leerkrachten toegepast worden: het gescheiden, het semi-geïntegreerde en het geïntegreerde model, afgeleid van de drie belangrijkste paradigma’s met betrekking tot leren en onderwijzen – behaviorisme, cognitivisme en constructivisme. In het gescheiden model wordt vooral de nadruk gelegd op evalueren van wat geleerd werd. Instructie (I) en assessment (A) zijn strikt gescheiden. In het semi-geïntegreerde model wordt dan weer veel meer de functie van ‘evalueren om te leren’ benadrukt. Evaluatie vindt plaats aan het begin van het onderwijsproces en is meer geïntegreerd in het onderwijsproces. En het geïntegreerde model beklemtoont vooral de functie van ‘evalueren als leren’ in de vorm van bijvoorbeeld peer- of self-assessment.
De keuzes die leerkrachten maken, zijn afhankelijk van het micro-, meso- en macroniveau. Onder andere de diversiteit van de klasgroep, het doel van de evaluatie en het schoolbeleid spelen daarbij een rol. Wij pleiten voor een combinatie van de drie, zonder een uitgesproken focus op of voorkeur voor één van de drie vormen van evalueren in MVT-onderwijs en dit, zoals door Ysenbaert et al. (2017) aanbevolen wordt, om “het leren en ontwikkelen van álle leerlingen [te] dienen”.
In de literatuur worden daarnaast verschillende criteria naar voren geschoven om evaluatie kwaliteitsvol te maken. Validiteit, betrouwbaarheid, impact en praktische haalbaarheid moeten onder andere meegenomen worden in de keuze van een geschikt evaluatie-instrument (Philips et al., 2013).
In de evaluatie binnen MVT-onderwijs speelt feedback ten slotte een cruciale rol. Feedback rond het leerproces, gericht op de taak, het proces of zelfregulatie kan leerlingen helpen om zelfregulerende vaardigheden te ontwikkelen (Hattie & Timperley, 2007). Effectieve feedback omvat niet alleen feedback op de beheersing van de talige bouwstenen, maar ook op (taal)leerstrategieën en attitudes.
Om leerkrachten in staat te stellen evaluatiemethoden van, om en als leren toe te passen die valide, betrouwbaar, impactvol en praktisch haalbaar zijn mét een rol voor feedback en inzettend op zelfregulatie, vertrekken we van vanuit het onderwijskundige concept van constructieve afstemming (oftewel ‘constructive alignment’, Biggs, 1996). Leerdoelen, onderwijs- en leeractiviteiten en evaluatiemethoden moeten op elkaar afgestemd zijn om het leren van leerlingen te optimaliseren.
Door achterwaarts ontwerp (oftewel ‘backwards design’) toe te passen, kunnen leerkrachten evaluatiemethoden optimaal afstemmen op hun doelen ( Wiggins, & McTighe, 2005). Leerkrachten bepalen in deze onderwijsontwerpmethode eerst hun leerdoelen om vervolgens de evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten erop af te stemmen. Vanuit onze invulling van evaluatie krijgt evalueren een plaats in elke hoek van de gelijkbenige driehoek: in de leerdoelen, de evaluatie én de onderwijs- en leeractiviteiten.
Leerkrachten beantwoorden achtereenvolgens volgende vragen:
1. Welke LEERDOELEN moeten bereikt worden?
2. Hoe krijg ik inzicht in het bereiken van die LEERDOELEN?
3. Welke ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN zijn het meest effectief om de leerdoelen te bereiken?
Ter aanvulling formuleerden we een vierde vraag:
4. Met welke KADERS voor VREEMDETAALVERWERVING moet ik rekening houden?
Met het 5-voudige DOEL voor het doelpubliek van onze inspiratiegids (de leerkracht MVT):
O Curriculumbewustzijn
O Datageletterdheid
O Inzicht in het vreemdetaalverwervingsproces als metacognitief bewustheid
O Zelfeffectiviteit
O Ontwerpvaardigheid
We bespreking in een theoretisch kader volgende didactische handelingen:
Constructieve afstemming (‘constructive alignment’) (doel: ontwerpvaardigheid) van:
- LEERDOELEN (doel: curriculumbewustzijn)
- EVALUATIE (doel: datageletterheid)
- Breed evalueren: evenwicht tussen formatief en summatief evalueren
- Inclusief evalueren
- Evalueren van leren, niet van presteren
- Formatief handelen met feedback
- ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN: de leraar maakt het verschil (doel: zelfeffectiviteit)
- Oefenkansen creëren voor productieve/interactieve vaardigheden
Vaardigheden:
Taalleerstrategieën:
- Expliciete strategie-instructie (o.a. modelleren)
- Benutten van meertaligheid
Bewuste keuzes:
- Scaffolding/ondersteuning
- Faciliteren van een soepele, veilige overgang van kennis(verwerving) naar vaardigheden
- BREINEDUCATIE (doel: inzicht in vreemdetaalverwervingsproces)
- Spaced retrieval practice
- Leerlinggebaseerde normbepaling
- Automatisering en kennisopbouw als basis voor authentieke communicatie/interactie
Deze didactische handelingen werden geselecteerd op basis van het literatuuronderzoek. Hiervoor vertrokken we vanuit de drie niveaus waarop leerlingen taal moeten beheersen om de vreemde talen te kunnen gebruiken, waarover sprake is in de minimumdoelen/leerplandoelen: de talige bouwstenen (lexicon, taalhandelingen, grammatica, uitspraak en spelling), strategieën en attitudes. De term ‘talige bouwstenen’ leenden we uit de leerplannen van het Katholiek Onderwijs. Aan elk onderdeel dat leerlingen onder de knie moeten krijgen, werden wetenschappelijke inzichten in het vreemdetaalverwervingsproces gekoppeld. Deze kregen een plaats in de figuur op basis van hun plaats in de ‘constructieve afstemming’ die leerkrachten bij het voorbereiden van hun lessen moeten uitvoeren. Voor dit literatuuronderzoek werkten we op basis van de sneeuwbalmethode (Jalali & Wohlin, 2012) waarbij we vertrokken vanuit Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. (Vanhoof & Speltincx, 2021) omdat deze publicatie een brede visie op feedback als proces hanteert, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en literatuur, en zo de weg opent naar brede wetenschappelijke literatuur rond leren.
Per moderne vreemde taal (Frans, Engels, Duits en Spaans) wordt in academiejaar 24-25 een lesmodel uitgewerkt, ter illustratie van de didactische handelingen (zie figuur 2) en bruikbaar in een specifieke context. We streven naar een variatie aan niveaus. Het ontwikkelde materiaal kan als voorbeeld dienen voor de eigen lespraktijk in andere talen of niveaus.